Volgens de ManpowerGroup Barometer die vandaag werd gepubliceerd, blijft de hemel boven de werkzoekenden in België opgeklaard. Op nationaal niveau plant 6% van de 753 Belgische werkgevers die eind april door ManpowerGroup werden bevraagd, hun personeel tegen eind september 2018 uit te breiden, terwijl slechts 2% een inkrimping van het personeelsbestand voorziet. Meer dan 9 werkgevers op 10 (91%) zijn van plan hun loonmassa op hetzelfde niveau te houden. Na correctie van de seizoenvariaties bereikt de Nettotewerkstellingsprognose(*) – of het verschil tussen het percentage werkgevers dat aanwervingen plant en het percentage werkgevers dat ontslagen voorziet – de positieve waarde van +4. Dat is een status quo ten opzichte van het vorige kwartaal en in vergelijking met het 3e kwartaal van 2017.
“De Belgische werkgevers zijn van plan verder aan te werven aan hetzelfde ritme dan in het vorige kwartaal“, zo luidt de uitleg van Philippe Lacroix, Managing Director van ManpowerGroup BeLux. “Deze positieve tendens op de arbeidsmarkt wordt verklaard door de gunstigere conjunctuur en door het hervatten van de investeringen die economische activiteit genereren. Maar tegelijk is het aantal functies dat in de bedrijven vacant blijft in drie jaar tijd zo goed als verdubbeld, zoals recentelijk ook werd benadrukt door Eerste Minister Charles Michel. We kunnen alleen maar blij zijn dat de regering van de strijd tegen de talentschaarste voor de komende maanden een prioriteit heeft gemaakt. Deze schaarste heeft in verschillende gradaties een invloed op alle bedrijfssectoren, alle functies en alle lokale arbeidsmarkten. De constante daling van de werkloosheid in de drie gewesten van het land volstaat niet als indicator om tevreden te zijn met de prestatie van onze arbeidsmarkt, ook al is dat bemoedigend nieuws.”
De tewerkstellingsvooruitzichten voor het volgende kwartaal zijn positief in de drie gewesten van het land. De werkgevers tonen zich optimistischer in Brussel (+5) en Vlaanderen (+4), terwijl de prognoses in Wallonië veel gematigder zijn (+1). De vooruitzichten zijn in de drie gewesten vrij stabiel, zowel in vergelijking met het vorige kwartaal als ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar.
De meest optimistische vooruitzichten worden in de sector Landbouw en visserij (+17) opgetekend. Dit percentage werd nooit eerder bereikt sinds de lancering van de enquête in 2003. De wervingsintenties zijn ook bijzonder gunstig in de sectoren Elektriciteit, gas en water en Financiën, verzekering, vastgoed en diensten (beide +7), en in mindere mate in de sector Transport en logistiek (+5). De werkgevers verwachten ok een positieve wervingsactiviteit in de Bouwsector (+4) en in de sectoren Groot- en detailhandel, Extractieve industrie en Openbare diensten, onderwijs, gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening (alle drie +3). Tot slot wordt ervan uitgegaan dat de sectoren Horeca (+1) en Maakindustrie (0) weinig zullen evolueren.
De Nettotewerkstellingsprognose wordt, van het ene tot het andere kwartaal, beter in zes sectoren en slechter in drie sectoren. De wervingsintenties boeken, van het ene tot het andere jaar, vooruitgang in vier sectoren, terwijl ze in vijf andere sectoren achteruitgaan.
De werkgevers van de vier bedrijfssegmenten, opgedeeld op basis van de omvang van hun personeelsbestand, anticiperen op een positieve wervingsactiviteit van juli tot september 2018. De werkgevers van de middelgrote bedrijven (50-249 werknemers) hebben het grootste vertrouwen. Zij rapporteren een Nettotewerkstellingsprognose van +26, vóór de werkgevers van de grote bedrijven (≥ 250 werknemers), met een Nettotewerkstellingsprognose van +19. De werkgevers van de micro-ondernemingen (< 10 werknemers) en van de kleine ondernemingen (10-49 werknemers) zijn een pak voorzichtiger. Zij geven een Nettotewerkstellingsprognose van respectievelijk +3 en +2 aan.
ManpowerGroup heeft in 44 landen en gebieden een kleine 60.000 telefonische enquêtes gevoerd om de personeelsevoluties die verwacht worden voor het 3e kwartaal van 2018 te meten.
De resultaten voor de volgende ManpowerGroup Barometer voor de tewerkstellingsvooruitzichten worden verspreid op 11 september 2018 (4e kwartaal 2018).
(*) Het cijfer van de Nettotewerkstellingsprognose wordt verkregen door het percentage te nemen van de werkgevers die verwachten dat de totale werkgelegenheid zal stijgen en daarvan het percentage af te trekken van de werkgevers die het volgende kwartaal een daling verwachten van de werkgelegenheid in hun onderneming. Het gaat hier dus om een nettosaldo van tewerkstellingsvooruitzichten dat zowel positief als negatief kan zijn. De commentaren zijn gebaseerd op de gegevens na uitzuivering van de seizoenvariaties, in de mate waarin die beschikbaar zijn.
(** ) Kroatie nam vorig kwartaal voor het eerst deel aan de enquete en heeft op dit moment dus geen gegevens ter vergelijking op jaarbasis.
Raadpleeg het volledig rapport (in het Engels)
Resultaten van de 44 landen en gebieden
Raadpleeg onze infografiek en de samenvatting van de resultaten
Raadpleeg het persbericht
Raadpleeg onze internationale infografiek
De ManpowerGroup Barometer voor de tewerkstellingsvooruitzichten (ManpowerGroup Employment Outlook Survey – MEOS) voor het 3e kwartaal van 2018 is tussen 18 en 30 april 2018 uitgevoerd bij een representatieve steekproef van bijna 60.000 werkgevers (waarvan 753 in België) uit de openbare sector en de privésector in 44 landen en gebieden.Het doel is de rekruteringsplannen van bedrijven voor het volgende kwartaal te vergelijken met het vorige kwartaal. Alle respondenten hebben op dezelfde vraag geantwoord: “Hoe zal de totale werkgelegenheid in uw onderneming zich het komende kwartaal – dus tot het einde van september 2018 – ontwikkelen in vergelijking met het huidige kwartaal?” Het is het enige onderzoek dat op dergelijke schaal de tewerkstellingsverwachtingen peilt. De enquête is uniek door haar omvang, doel, duur en inhoud. De ManpowerGroup Barometer loopt al meer dan 55 jaar. Het is een van de meest betrouwbare onderzoeken voor de meting van de tewerkstellingsgraad en geldt als een erkende economische indicator.
Sinds het 2e kwartaal van 2008 wordt het TRAMO-SEATS-model toegepast om de seizoenvariaties uit te zuiveren. Daardoor kunnen sommige seizoensgezuiverde data licht afwijken van de cijfers uit vorige edities. Dit model wordt aanbevolen door het Eurostat-departement van de Europese Unie en de Europese Centrale Bank en is internationaal wijdverspreid.